maandag 30 december 2013

Philips GM 5650 oscilloscoop

Behalve lijken van gitaarversterkers vind je ook nog wel eens een pareltje op marktplaats. De Philips GM5650 oscilloscoop stamt uit 1956 is is dus even oud als ikzelf :-) !

Vijftig euro was gevraagd maar ik kreeg hem voor twintig mee. Nostalgische waarde in ieder geval! Thuis gekomen de stekker erin, en verrek, hij doet het gewoon! Alle regelaars doen het zoals verwacht. Okee, het scherm is licht ingebrand en de lijn is niet zo fijn als zou kunnen, maar de golfvorm is goed zichtbaar en prima te stabiliseren. Het service manual ("strikt vertrouwelijk") vond ik al op internet.

Het lijkt me allemaal ruim voldoende om buizencircuits door te meten. Nu nog een bijpassende LF toongenerator erbij en het setje is compleet!

vrijdag 27 december 2013

Floyd 100 watt lijk...

Kom je een kelderbox in Vlaardingen binnen voor een paar Philips versterkertjes uit de jaren '60 (daarover later meer), staat daar op z'n kant een lijk van een gitaarversterker, zo'n jaren 70 model a la Marshall. Zonder buizen, vochtschade, spinrag en muizenkeutels. Het naamplaatje ontbreekt op het front. De faceplate heeft de lay out van een JTM45. Voor vier tientjes krijg ik hem mee.



Thuis heb ik hem opengemaakt. "Made by Floyd" staat achterop. Vier x EL34 en vier pre amp buizen. Dat laatste is niet normaal. Het zijn er normaal altijd drie. Even internetten leert me dat Floyd een Nederlands merk is (geweest) dat goedkope Hiwatt kloons maakte. Dit blijkt een DR103 kloon te zijn met inderdaad 4 x ECC83 pre amp buizen.




De aanblik binnenin is om te huilen, maar de trafo's lijken in orde, en alleen die al zijn het geld dubbel en dwars waard. De kwaliteit van de kast is ook niet best: door vocht aangetast spaanplaat en waaibomenhout.  Maar niet getreurd, opnieuw tolexen en hij ziet er weer puik uit.



De versterker is niet point to point, maar op een print gebouwd met aangesoldeerde potmeters. Dat is vragen om problemen. Op de voeding is bezuinigd vergeleken met de originele Hiwatt, en jawel, de print is doorgebrand...

Wat is wijsheid? Oplappen lijkt geen optie: te ver heen. Een setje buizen van goede kwaliteit komt op zo'n €150. Wat ik kan doen is een nieuw turretboardje maken volgens de originele layout. Nieuwe potmeters en pluggen. Voeding repareren. En dan met buizen die ik al in andere amps heb zitten eens kijken wat dat oplevert. En dan is de keus: in het bestaande chassis zetten en de kast oplappen, of nieuw chassis en kast maken....

Hoe dan ook, een flinke klus! Wordt vervolgd!

donderdag 26 december 2013

Dijnselburg amp 8: monteren



De grotere onderdelen, behalve de trafo's, zijn in het chassis gemonteerd. Rechts onder zie je de XLR en Jack inputs. Daarnaast een knop, dat wordt de présence regeling. Beetje vreemde plek, maar voorop was geen plaats meer. In de originele amp zat hier een draadpotmeter, die via een condensator de luidsprekeruitgang naar aarde verbond. Een beetje vreemde manier om een hoog af regeling te maken...
Je ziet vier grote gaten. Hierin zaten de oude grote elco's, die vervangen zijn door nieuwe en kleine, die gewoon onder het chassis passen. 


De gloeidraad bekabeling zit er al in, evenals de smoorspoel. Ik wacht nog op vier steuntjes. Twee zitten er al in. Ik bouw eerst 1 pre amp af zodat ik wat kan experimenteren. Als hij goed is, dan maak ik de andere drie. Ook de eindtrap test ik apart als hij af is en de voeding natuurlijk als eerste!

woensdag 25 december 2013

Dijnselburg amp 7: chassis opknappen

Het chassis was een roestige bende, dus dat betekende schoonmaken, schuren en nieuwe gaten boren. Ik wilde gebalanceerde XLR ingangen maken met microfoon trafo's naast de ongebalanceerde jacks. Nieuwe gaten voor de doorvoer van het netsnoer en de zekeringhouder. En gaatjes voor de steunen van de componenten aan de binnenzijde. Op die manier kan ik het geheel netjes weer opbouwen en met grotere stevigheid.
Dat boren was nog een hele klis, want dit is een stalen chassis en ik ben aluminium gewend, wat een stuk makkelijker te bewerken is. Maar goed, de aanhouder wint zullen we maar zeggen.
En dan is het gronden en afspuiten:



De kast begint ook weer iets van z'n oude glorie terug te krijgen. Omdat grijs zo saai is, koos ik voor een zwart/mosgroen kleurenschema. En een groen lampje dus...


Inmiddels waren ook de nieuwe kleine componenten aangekomen. Het chassis moet een dag uitharden, dus ik ben vast begonnen met het turretboardje voor de voeding en de bias:




woensdag 18 december 2013

Dijnselburg amp 6: Eindtrap

De eindtrap wordt echt anders dan het origineel en is gebaseerd op bovenstaand schema van www.ax84.com. Het origineel heeft een andere fasedraaier (waar ik door de rommelige bouw niet uitkwam) en heeft kathode bias via een 150R weerstand en 50uF bypass cap. Dat is een weinig efficiënte methode want een deel van het vermogen gaat verloren door de 10 watt kathode weerstand. Deze krijgt een instelbare bias via een aparte diode en spanningsdeler. De output trafo is uiteraard de originele Amroh U70BN.

dinsdag 17 december 2013

Dijnselburg amp 5: EQ

Na het mixgedeelte volgt een ECC81. Onderstaand schema geeft het geheel aardig weer. De versterker trappen zijn vrijwel identiek:
  • Rk: 2K2
  • Ra: 220K
  • Ck: 20uF
  • koppel condensatoren: 0,022uF
De feedback weerstand (R19), daarvan weet ik nog niet of hij erin komt. Dat is experimenteren. Ook bij R27/C15 zie je een feedback lijntje lopen, ook dat komt er niet in. Deze schema's komen uit ontwerpen voor hifi versterkers (in de jaren '60 noemde men dat werkelijkheidsweergave!) en dat is hier niet aan de orde. Overigens heeft de eindtrap wel feedback, gecombineerd met een presence regeling, zie volgende post.


Tussen de beide trappen zit de EQ. Onderstaand schema geeft het wat duidelijker weer:


De 1M potmeter komt er niet in, deze amp krijgt dus geen master volume.

Dijnselburg amp 4: de pre amps

Dit is ongeveer het schema van de EF86 pre amps. De waarden zijn als volgt:

  • Rg1: 1M
  • Rk: 2K2
  • Ra: 200K
  • Rg2: 1M
  • Rg1': 1M
  • Kathode bypass cap: 20uF, wordt 22uF
  • Rg2 bypass cap: 0.33uF, wordt 0.5uF
Verder wil ik een gebalanceerde microfoon XLR ingang maken met een Neutrik NTE 10 1:10 trafootje in combi met een Hi Z input jack ongebalanceerd. Op die manier kunnen dynamische microfoons als de Shure SM 58 aangesloten worden, maar ook instrumenten.

Van deze pre amp zijn er dus vier. Via potmeters van 1MA en mixweerstanden van 470K wordt het geheel gemixt.

Dijnselburg amp 3: slopen

Met de knip tang aan de gang is het zo gebeurd. De bouwkwaliteit blijkt nog slechter dan gedacht, wat een zooitje! Dat hij het zolang gedaan heeft met al die mishandeling tijdens de band periode.....

De buisvoeten en potmeters zijn niet eenvoudig los te krijgen met al die vastgekoekte moertjes. Maar uiteindelijk blijft er een vuil doch leeg chassis over.

Dijnselburg amp 2: van binnen


De kap eraf en we kunnen zien wat erin zit:
  • 4 microfoon pre amps met een EF 86 buis. 
  • twee ECC81 trappen met een EQ, type bandaxall.
  • een ECC83 fase splitter
  • PP eindtrap met 2 x EL 34
  • gelijkrichter met 2 x EZ81
Er zat ooit een merkplaatje Philips op, maar een typeplaatje ontbreekt en de buizen zijn van verschillende merken. Zelfs de EL 34 zijn niet gelijk, dat is toch wel een doodzonde bij push-pull amps! Zoeken op Internet levert ook geen matches op. Geen afbeeldingen en geen schema's.
Dan de onderkant eraf. Dat verklaart een hoop: dit is duidelijk een zelfbouw project. En slecht uitgevoerd ook. Grote klodders soldeer, rommelige lay-out, grote onderdelen zweven in de lucht, te dunne en ongetwiste gloeispanning draden, geen aarding, geen zekering! Levensgevaarlijk ook dus.

Restauratie betekent dus eigenlijk totaal herbouwen. Eerst maar eens alle kleine componenten vervangen. Eigenlijk moeten alle buizen ook vernieuwd, maar dat is een forse kostenpost. Eerst maar eens zo dus!

Dijnselburg amp 1: een relikwie van 50 jaar oud

Vroeger speelde ik in het combo van het jongerenkoor van parochie Dijnselburg in Zeist. Met dezelfde jongens hadden we ook een bandje. Toen de stokoude geluidsinstallatie van de kerk vernieuwd werd, mochten we de zangversterker hebben. Heel Nederland is dat ding door geweest. Er is bier overheen gegaan, hij is gevallen en er is vooral heel veel kabaal door gemaakt. Hij deed het altijd. We praten midden jaren '70.
 Daarna heeft het ding ruim 30 jaar op zolder bij de bassist gestaan. Toen hij hoorde dat ik met buizen versterkers in de weer was, kreeg ik hem te pakken. Je gelooft het niet maar hij deed het nog! Met een forse brom, denderende contacten, krakende potmeters en een eindbuis die rood aanliep, maar hij deed het! En met de onmiskenbare buizensound! Wat een mooi restauratie project voor de kerstvakantie!


Het buizen blog

Als puber sloopte ik al oude TV’s uit elkaar en bouwde ik buizenradio’s om tot gitaarversterkers. Het mooie van buizen schakelingen is, dat je nog kunt snappen waar elk onderdeel voor dient. En dat je op het oog kunt controleren of alles goed is. Bij moderne transistor en IC schakelingen is dat nagenoeg onmogelijk door het grote aantal onderdelen en verbindingen. Daar komt bij dat het geluid van een buizenversterker door veel mensen, zowel gitaristen als Hi-Fi enthousiastelingen, als prettiger en warmer ervaren wordt dan het geluid van moderne „solid state” versterkers. Het overstuurde geluid van een buizenversterker is slechts met veel ingewikkelde kunstgrepen na te bootsen met solid state electronica. Dat kan men tegenwoordig behoorlijk goed met onder meer modeling technieken. Maar toch… Volgens velen gaat er niets boven een echte buizenversterker.

Ik heb een jaren ’70 Fender Bassman 135 met een Bag End 4x10” cabinet en dat geluid bevalt me uitstekend. Ook clean klinken buizenversterkers totaal anders dan transistorversterkers. Een AB vergelijking met m’n Hartke 3500 spreekt boekdelen. Helaas is het geheel een enorme sta in de weg in onze woonkamer. Ik zocht dus een handzaam bas combootje met buizen van -zeg- 40 watt voor in de kamer. Wat blijkt: die zijn er niet. Wel een keur aan kleine buizenbakjes voor gitaar (meestal hi-gain, dus voor om te scheuren, en dus niet geschikt voor bas, ook niet met een bas cabinet) in uiteenlopende kwaliteit, maar dus niet voor bas.

Het idee om de oude hobby op te pakken en zelf te gaan bouwen kwam dus al snel op. Even zoeken op Internet leert dat er een hele wereld van buizen fundamentalisten bestaat. Volgens de puristen moet je de weerstanden uit Australië halen, de condensatoren uit Duitsland, de buizen uit die ene fabriek uit Rusland (of die andere als je meer gain wilt), de trafo’s laat je met de hand wikkelen door een eenmans bedrijfje in Gelderland of door een mannetje in London en het hout moet uit de Baltische staten komen. Hele discussies op Internet over dat je het verschil tussen koolstof en metaalfilm weerstanden kunt horen….

Nou ja, te veel gedoe voor mij. Ik heb een bouwpakket bijTonefactory gekocht van een ’59 Fender Tweed Bassman 5F6A en vond dat zo leuk om te maken dat ik ook nog een Fender Tweed Champ 5F1A gebouwd heb. En zo liep een hobby snel uit de hand.... Deze pagina’s laten daar wat van zien.